NX Beveiliging


De NX beveiliging op baiis van B-relais techniek is na de tweede wereldoorlog ingevoerd. In het artikel over vernieling, herstel en toekomst van het seinwezen der Nederlandse Spoorwegen uit 1946 wordt de invoering aangekondigd. Er zijn onderhandelingen gaande om het systeem in 's Hertogenbosch in te voeren. En in het de Leidse Courant van 17 mei 1950 lezen we dat gehoopt wordt dat het systeem voor 1 juli van dat jaar in dienst wordt gestelden en dat aan de NX beveiliging in Leiden de laatste hand wordt gelegd.

In de woorden van toen: het betreft "een volkomen automatische bediening van de lichtseinen en van de wissels volgens het zogenaamde N-X seinstelsel. De puzzle-achtig aandoende letter N en X zijn klank nabootsende afkortingen voor "entrance" en "exit''' (in- en uitrit). Voor de uitvoering van dit stelsel worden alle sporen op het emplacement geïsoleerd. Dit emplacement wordt in het seinhuis op een tableau voorgesteld. Dit tableau nu js voorzien van een groot aantal knoppen. Wil men nu bijv. een trein het station doen passeren of binnenrijden, dan drukt men op de knop bij het punt waarop de trein binnenkomt en op die, waarop de trein zal uitrijden (of stoppen). Automatisch regelen zich dan alle wissels en alle seinbeelden aangegeven.

"

Het zal een NX op basis van A relais geweest zijn, en niet de NX op basis van J-relais, of het systeem '68, zoals we dan nu nog kennen. Meer over die geschiedenis van de relaisbeveiligingen in Nederland en hoe de relatie met GRS tot stand kwam is te lezen op de IRSE-NL site.

NX met A-relais


Bij de eerste vergelijking met voorgaande generaties beveiligingssystemen vallen al direct kenmerkende verschillen op, zowel in uiterlijk als in werking. De NX-beveiliging is gebaseerd op een systeem waarbij alle controles langs elektrische weg geschieden. Ook worden de aan de wissel en seinen te geven commando’s langs deze weg verstrekt en vinden de onderlinge uitsluitingen tussen sein en wissels en tussen seinen onderling eveneens geheel d.m.v. relaiscontacten plaats. De seinen zijn daglichtseinen en de wissels worden bediend door elektrische NSE-wisselstellers.
De voordelen ten opzichte van voorgaande generaties beveiliging zijn o.a. dat de wissels in een rijweg direct na het berijden door de trein sectiegewijs vrijkomen en dus direct na het vrijkomen weer bediend kunnen worden voor een volgende treinbeweging.
Alle sporen zijn in beide rijrichtingen te gebruiken en door de automatisering van de rijweginstelling wordt de treinfrequentie verhoogd.
De veiligheid werd verhoogd omdat nu alle treinbewegingen op seinen kunnen plaatsvinden (in Nederland kennen in tegenstelling tot vele andere spoorwegen we geen verschil meer tussen trein- en rangeerbewegingen, beide bewegingen geschieden met rijweginstelling en op seinen (met uitzondering van zgn. rangeergebieden). Omdat alle sporen geïsoleerd werden, d.w.z. van treindetectie t.b.v. de spoorvrijmelding voor zien, werd het “trekken” van een wissel onder de trein voorkomen.
Uiteraard werd de bediening van een station geconcentreerd op één seinpost, zodat meer overzicht ontstond en personeelsbesparingen mogelijk waren.
Meer informatie is te vinden in het oranje cursusboek NX beveiliging met A-relais.