De Stop/Door Schakeling
De seinen op een automatisch baanvak staan in het algemeen uit de stand stop, met de kleur groen.
Bij het passeren van een trein wordt het sein rood. Als de trein in het volgende blok komt, wordt het sein geel.
Het sein komt weer groen als de trein ook dat blok verlaten heeft. Op deze gang van zaken heeft ook de treindienstleider geen invloed. De seinen reageren automatisch op elkaar en de spoorbezetting.
De overwegen op zo'n baanvak hebben een lange aankondigingsweg, om bij de baanvaksnelheid op tijd te kunnen reageren.
Stel, er bevindt zich op dat baanvak een halte, waar de stoptreinen de passagiers in- en uit laten stappen, hetgeen toch al gauw een minuut in beslag neemt. Deze minuut en de aanrijdtijd van de trein, zorgen ervoor dat een eventuele overweg achter de halte "lange tijd" dicht ligt terwijl er geen trein passeert. Dit veroorzaakt overbodige hinder voor het wegverkeer.
De stop/doorschakeling zorgt ervoor dat de overweg pas dicht gaat als de trein weer van de halte wil vertrekken.
Het boekje over de stop/door schakeling beschrijft hoe dat in de B-relais techniek wordt opgelost.